Weerstandsvermogen

Overzicht toprisico's

In de voorbereiding op deze meerjarenbegroting zijn de risico’s geïnventariseerd en geactualiseerd. In het hieronder weergegeven overzicht zijn de risico's gepresenteerd met de grootste netto impact; dat wil zeggen effect x kans groter dan € 250.000.

nr

Risico

Bedragen x € 1.000

Kans op voordoen van risico

Financieel gevolg (maximaal)

1

Niet realiseren geraamde opbrengst- waarde grondexploitaties (Zevenaar Oost, Babberich en Centrumplan)

*1

 9.907

2

Sociaal domein / Jeugd / WMO

70%

1.150

3

Vervallen extra middelen Jeugdzorg in de algemene uitkering

50%

1.500

4

Tekort op het I-deel (BUIG)

50%

1.000

5

Verbonden Partijen / Gemeenschappelijke regelingen

50%

1.000

6

Wachtgeld wethouders

30%

1.400

7

Vervangen essen in verband met schimmel   

30%

1.000

8

Algemene uitkering wijkt af van de begroting

50%

500

Opmerking:
*1: Voor de grondexploitaties is een separate risico-inventarisatie en -analyse uitgevoerd. De uitkomst daarvan is opgenomen in deze tabel, vandaar dat hiervoor geen kans is opgenomen.

Toelichting op risico's

Grondexploitatie
Zevenaar Oost - Bedrijven:
Het risico ingevolge het Regionaal Programma Werklocaties (RPW) is gebaseerd op basis van een kaart van de provincie Gelderland welke was toegevoegd aan de zgn. Ruimtelijke Uitwerking. Dit risico wordt nog steeds onderkend maar is niet gewijzigd ten opzichte van de situatie rond de jaarstukken 2018.

Zevenaar Oost - Wonen:
De risico's houden voornamelijk verband met marktontwikkeling als het gaat om kosten(stijging) van civieltechnisch werk en, in mindere mate, van plankosten. Daarnaast wordt rekening gehouden met rentestijgingen en wordt beperkt rekening gehouden met vertragingen in de uitgifte. De laatste houdt verband met de ondercapaciteit in de bouwsector waardoor uitloop van bouwplannen kan ontstaan.

Middag Oost & Zwanenwaay:
Hier spelen soortgelijke marktrisico's zoals deze onder Zevenaar Oost - Wonen zijn omschreven.

Rijnark Lobith:
Voor deze locatie is geen interesse vanuit de markt waardoor een risico van afwaardering onverminderd aanwezig blijft.

Sociaal domein
De prognose voor het gebruik van jeugdzorg en Wmo is gebaseerd op de werkelijke uitgaven, verhoogd met de verwachte ontwikkelingen in prijs en aantal cliënten. Wij zijn hierbij afhankelijk van factoren die buiten onze invloedsfeer liggen. In deze begroting zijn de budgetten voor het sociaal domein geactualiseerd. Hierdoor is het risico ten opzichte van de jaarrekening 2018 gedaald. Als risico wordt op basis van het huidige kostenniveau voor de gemeente Zevenaar een bedrag van € 1,1 miljoen aangehouden.

Vervallen extra middelen Jeugdzorg in de algemene uitkering  (Stelpost 'Uitkomst onderzoek jeugdzorg')
Voor de jaren 2019 t/m 2021  heeft het kabinet via de Algemene uitkering uit het gemeentefonds extra middelen beschikbaar gesteld ten behoeve van de hoge kosten die gemeenten momenteel moeten besteden aan de jeugdzorg. Het kabinet geeft daarbij aan dat het niet zeker is of de bedoelde hogere gemeentelijke uitgaven structureel zijn, dan wel onderdeel van “een tijdelijke boeggolf”. Een nieuw kabinet zal daarom op basis van de uitkomsten van een in te stellen onderzoek besluiten of de extra rijksmiddelen ook na 2021 nog worden uitgekeerd. De extra middelen zijn daarom vanaf 2022 niet meer opgenomen in de cijfers van de meicirculaire, waarop de berekening van de Algemene uitkering in onze begroting is gebaseerd. Het ministerie heeft echter een richtlijn opgesteld waarin wordt aangegeven dat gemeenten voor de jaren 2022 en 2023 gebruik kunnen maken van een stelpost tot een maximum van het eigen aandeel in het over 2021 verstrekte bedrag. Voor onze gemeente gaat het hierbij om een bedrag van € 750.000.Het alsnog komen te vervallen van de extra middelen is een risico in de begroting.

Tekort op het I-deel / BUIG
In de Businesscase heeft de RSD de opdracht gekregen om zich verder te ontwikkelen tot een netwerkorganisatie. De effecten van de Businesscase zijn verwerkt in de begroting. Een belangrijke besparing in de businesscase is de daling van het aantal bijstandsgerechtigden. Het risico bestaat dat de veronderstelde daling niet wordt gerealiseerd, waardoor een nadeel ontstaat bij het I-deel. Dit risico in combinatie met de schommeling in de BUIG geeft aanleiding een risico op te nemen in de weerstandsparagraaf. Het risico wordt ingeschat op maximaal € 1 miljoen.

Verbonden Partijen
De begrote jaarlijkse bijdrage van onze gemeente aan Verbonden partijen is ongeveer 20 miljoen. Het risico bestaat dat Verbonden Partijen in een bepaald jaar een hogere bijdrage nodig hebben dan begroot. Dit kan  bijvoorbeeld ontstaan bij onverwachte tegenvallers in hun exploitatie. Omdat de verbonden partijen in hoofdzaak niet beschikken over een eigen weerstandsvermogen, worden deze tegenvallers in rekening gebracht bij de gemeente. We gaan voor de inschatting van het risico uit van maximaal 5% van de totale jaarlijkse bijdrage. In deze begroting is een algemeen risico op de verbonden partijen opgenomen.

Wachtgeld wethouders
Om de huidige wethouders te beschermen tegen de gevolgen van werkloosheid na het wethouderschap geldt een wachtgeldregeling. Na het wethouderschap ontvangt een wethouder een Appa-ontslaguitkering, tenzij de pensioengerechtigde leeftijd is bereikt. Dit is geregeld in de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa). Waarom het wethouderschap beëindigd is hierbij niet van belang; het recht op de uitkering bestaat ongeacht de reden van het aftreden. De specifieke aanspraak en omvang kunnen pas worden bepaald op het moment dat zich dit voordoet.

Vervangen essen in verband met  schimmel
In de gemeente Zevenaar staan ongeveer 5.000 essen. Landelijk gaan veel essen dood als gevolg van het vals essenvlieskelkje, een schimmel uit Azië waar onze inlandse essen niet tegen kunnen. Ook in Zevenaar is reeds een aanzienlijk deel van de essen aangetast. Naar verwachting  zal op termijn 25% van de essenpopulatie moeten worden vervangen door andere boomsoorten.

Algemene uitkering
De jaarlijkse verhogingen of verlagingen (het accres) van het gemeentefonds zijn onzeker. Het gemeentefonds ontwikkelt zich evenredig aan de rijksuitgaven. Nemen de rijksuitgaven toe, dan neemt ook de algemene uitkering toe. Bij een afname van de rijksuitgaven geldt het omgekeerde. De hoogte van de algemene uitkering is hierdoor afhankelijk van omstandigheden die buiten de invloedssfeer van de gemeenten liggen.