Financiering

Rente

De belangrijkste risico’s voor de gemeente die samenhangen met de uitvoering van de treasuryfunctie bestaan uit renterisico's. Deze worden getoetst aan twee normen. Dit zijn:

  1. De kasgeldlimiet. Deze geeft het maximale bedrag aan dat een gemeente aan vlottende financieringsmiddelen (looptijd korter dan één jaar) mag opnemen;
  2. De renterisiconorm. Hiermee wordt het renterisico op de vaste schuld (looptijd vanaf één jaar) in beeld gebracht.

De ontwikkelingen van deze renten worden hieronder nader toegelicht.

  1. Renterisico kort geld, kasgeldlimiet

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet is het bedrag dat de gemeente Zevenaar maximaal ‘rood’ mag staan. Van belang is de netto schuld op korte termijn (looptijd korter dan 1 jaar). De hoogte van de kasgeldlimiet wordt bepaald door een vastgesteld percentage (8,5%) van het begrotingstotaal waarbij uit wordt gegaan van de lopende uitgaven. Dit percentage is vastgesteld in de Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet Fido, art 2, punt 1b).
Het begrotingstotaal per 1 januari 2020 is € 148,7 mln. Dit betekent dat het kasgeldlimiet in 2020 een hoogte heeft van € 12,6 mln.
De gemiddelde netto vlottende schuld minus de gemiddelde netto vlottende middelen in een kwartaal mag de kasgeldlimiet, in principe, niet overschrijden. Deze gegevens worden ontleend aan de informatie die we elk kwartaal (IV3) aan het Centraal Bureau voor de Statistiek verstrekken. Als deze positie boven de limiet uitkomt, zijn we verplicht over te gaan tot consolidatie (omzetten van vlottende schuld in vaste schuld).
Gelet op het negatieve tarief voor kort geld, zal in overleg met onze toezichthouder, worden bekeken wat de mogelijkheden zijn om (indien nodig) de kasgeldlimiet tijdelijk te overschrijden en gebruik te maken van de ruimte die de wet Fido geeft. Deze handelwijze zorgt voor een besparing op de rentekosten. Uiteraard volgen we de kapitaalmarkt nauwlettend en bij een stijgende rente op de kapitaalmarkt gaan we over tot het consolideren.

Renterisico kort geld
De rentelasten van kort geld (kasgeldlimiet) hangen samen met de ontwikkeling van de Euribor. In onderstaande grafiek is het verloop van de Euribor in de afgelopen jaren weergegeven.

Zoals uit bovenstaande grafiek blijkt bevindt het kortlopende renteniveau (referentierente: 3-maands Euribor) zich het volledige afgelopen jaar onder de 0%. Ofwel: een negatieve rente. Dit korte renteniveau staat hoofdzakelijk onder invloed van het monetair beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). De verwachting is dat de ECB de depositorente de komende maanden verder gaat verlagen. Nu is die rente al -0,4 procent en die kan mogelijk dalen naar -0,7 procent in de zomer van 2020.
Deze maatregel draagt er aan bij dat de geldmarkttarieven eveneens negatief zijn. De gemeente Zevenaar profiteert van deze situatie bij het opnemen van dag- en kasgeldleningen. Door de negatieve rente krijgt de gemeente namelijk geld toe als zij kortlopend leent.

Ten tijde van het opstellen van deze paragraaf kunnen gemeenten tegen negatieve rente lenen voor looptijden tot circa drie jaar.

  1. Renterisico lang geld, renterisiconorm

De gemeente Zevenaar gaat uit van totaalfinanciering. Op basis van de behoefte wordt lang geld aangetrokken. Het geld wordt met name aangewend om activa te financieren. In de gemeente Zevenaar worden activa lineair afgeschreven en hier wordt met het langlopende geld bij aangesloten. Voor het bepalen van de rentelasten voor de begroting wordt het volgende uitgangspunt als basis genomen:
Rentelasten van langlopend geld zijn gebaseerd op een lening bij de BNG met een looptijd van 20 jaar, waarbij de rente tussentijds niet wordt aangepast. Voor de begroting wordt de ontwikkeling van de rente in de eerste 6 maanden van het jaar gehanteerd.

In onderstaande grafiek staat het verloop van de rente in de afgelopen jaren opgenomen (2020: t/m 3-9-2019)

Hieruit blijkt dat de rente van de langlopende nog steeds een daling te zien geeft. Dit sluit aan bij de rentevisie 2020 van de banken.   

Renterisiconorm
Bij de renterisiconorm gaat het om het beperken van de gevolgen van een stijgende kapitaalmarktrente voor de rentelasten. Aanpassing van de rentepercentages doet zich voor bij herfinanciering en renteherziening. Herfinanciering houdt in, dat een vervangende geldlening wordt aangetrokken om aan de aflossingsverplichtingen van bestaande geldleningen te kunnen voldoen. Bij renteherziening gaat het om het aanpassen van het rentepercentage door de geldgever tijdens de looptijd van de geldlening.

Bedragen x € 1.000

2020

2021

2022

2023

Rente

1a

Renteherziening op vaste schuld o/g

-  

-  

-  

-  

1b

Renteherziening op vaste schuld u/g

-  

-  

-  

-  

2

Netto renteherziening op vaste schuld

-  

-  

-  

  -  

3a

Nieuw aan te trekken vaste schuld

10.000

10.000

10.000

10.000

3b

Nieuw te verstrekken leningen

-  

-  

-  

-  

4

Netto nieuw aangetrokken vaste schuld

10.000

10.000

10.000

10.000

5

Te betalen aflossing

5.560

 5.520

13.100

10.370

6

Herfinanciering (laagste 4 en 5)

5.560

5.520

10.000

10.000

7

Renterisico op vaste schuld (2 + 6)

5.560

5.520

10.000

10.000

Renterisiconorm

8

Begrotingstotaal

  148.700

143.000

142.400

142.700

9

Bij ministeriële regeling vastgesteld

20%

20%

20%

20%

10

Renterisiconorm 

29.700

28.600

 28.500

23.300

7

Renterisico's

5.560

5.520

10.000

10.000

11

Ruimte (+) / overschrijding (-)

 24.140

23.080

18.500

13.300